Japanse Kumiko lantaarn

Nadat ik er, een jaar eerder, de basiscursus ambachtelijk meubelmaken had gevolgd, had ik er veel zin in om nog iets te doen bij De Schrijn. Al enige tijd was ik filmpjes op youtube aan het bekijken van Japanse “Kumiko” en zat ik erover te denken om zelf een Kumiko-lantaarn te maken, maar dan ook echt met de hand...

Op de website van De Schrijn viel mijn oog op de cursus zelfstandig ambachtelijk meubelmaken, vooral omdat de doelstelling was om met handgereedschap, met tijd en aandacht voor de handelingen, kleine werkstukken te maken. Dus het plan was snel geboren: een Kumiko-lantaarn maken gedurende deze cursus. Eerst met de docent, Sander Hendriks, gebeld of dit een te realiseren project zou zijn. Dat was het zeker, dus niet veel later met veel enthousiasme ingeschreven en iets van een ontwerp gemaakt.

Tekening Kumiko lantaarn

Asa-no-ha

Het patroon van de schermen moest een “asa-no-ha” worden, wat een veel gebruikte vorm is voor Kumiko lantaarns.

Daarvoor moeten de kleine stukjes hout afgewerkt worden onder hoeken van 45°, 67.5° en 22.5° en daarvoor had ik vooraf alvast mallen gemaakt.

Als hout heb ik gekozen voor walnoot- en lindehout. Ik heb een plank lindehout gehaald en Sander zorgde voor walnoot. De eerste dag werd mijn lindehout direct al herkend als populier. Hmmm, volgende keer toch maar bij de speciaalzaak kopen.

Maar goed, Erik van De Schrijn had al snel een plaat lindehout voor me geregeld.

Als werkvolgorde ging ik eerst aan de slag met het maken van de schermen omdat het makkelijker is om het frame aan te passen aan het scherm dan andersom.

 

Scherm van lindehout

De enorme plaat lindehout ingekort en er stroken van gezaagd op de lintzaag. Daarna op diverse manieren geprobeerd om de stroken met de vandikteschaafmachine op gewenste dikte (3mm) te krijgen, maar telkens werd het hout opgevreten door de machine. Uiteindelijk heb ik een schaafmal gemaakt waarin je de stukken op de hand tot gewenste dikte kunt schaven. Dat werkte redelijk goed, maar dat ging pas echt lopen nadat ik een Japanse schaaf had aangeschaft. Net als een Japanse trekzaag, trek je de Japanse schaaf naar je toe en dat werkte in dit geval prima.

Schaafmal
 

Na een week of drie vroeg mijn vrouw wat ik tot nu toe gemaakt had en ik heb haar naar eerlijkheid geantwoord “vooral fouten”. Maar goed, ik heb ervaring opgedaan, de mallen beschikbaar en stroken hout op de goede dikte. Ik kan verder met het maken van de inkepingen. Uiteindelijk ook een zaagbak gemaakt om de afstand van de zaagsnedes exact gelijk te krijgen. En dan maar op rustig tempo aan de slag. Mijn mede-cursisten prijzen mijn “geduld”en “gepriegel”. Normaal heb ik dat niet zo, maar ik vind het eigenlijk alleen maar ontspannend. Het moet goed, maar het hoeft niet af en dat geeft rust om het goed te doen.

Genkotsu

Aan de slag met de “asa-no-ha”, er blijken diverse manieren te zijn hoe je het hout aansluit, zoals de Ori-mage of de Jaguchi, maar ik heb gekozen voor de Genkotsu methode, type 1 wel te verstaan want hier heb je weer 2 types van. Je hebt in totaal 28 stukjes hout per asa-no-ha nodig, in 3 verschillende lengten en met verschillende hoeken. Mijn plan om 6 asa-no-ha’s te maken schroef ik terug naar 4. Nadat ik een paar proefstukjes had gemaakt en de maten goed had ben ik productie gaan draaien zodat ik ruim genoeg houtjes had. Eerst de houtjes bijna op maat gezaagd, dan elk houtje in de was gezet want later kom je er slecht bij en daarna op goede lengte en met de goede hoeken geschaafd, zodat er ook geen was op de uiteindes zit dit ik misschien moeten worden gelijmd.

Genkotsu type 1
 

Het leukste is om de asa-no-ha in elkaar te zetten. Deze zit goed strak, ik heb geen lijm nodig om het toch stevig in elkaar te hebben. Zelfs de autorit naar en van de Schrijn lijdt niet tot verlies van stukjes hout. In de laatste fase heb ik toch besloten geen risico te nemen en heb ik op bepaalde kritische punten toch wat lijm toegevoegd. Rijstlijm, want houtlijm droogt geel op. Rijstlijm zie je niet, maar het lijmt het hout verder ook nauwelijks, misschien te dun gedaan. Ik was nog van plan om de rijstlijm zelf te maken, recept op internet gevonden, maar ik heb er vanaf gezien, want toen ik de Japanse schaaf en rijstpapier ging bestellen kon ik dit gelijk meenemen in de bestelling bij Dieter Schmid in Duitsland.

Frame van walnotenhout

Goed, na de schermen in zijn geheel nog eens vlak geschaafd te hebben plak ik het rijstpapier er op. Hier werkt de rijstlijm uitstekend. Dus nu is tijd voor het frame. Ik heb maar beperkt ervaring met het maken van verbindingen en het walnotenhout blijkt brozer dan ik dacht. Goed scherpe beitels en rustig werken is het devies.

Frame van notenhout

Ook hier weer een beslismoment, zet je de horizontale vierkanten aan de binnen- of de buitenzijde van “kolommen”. Wat is mooier? Sander en ik hebben een andere mening. Mijn vrouw neemt de beslissing. Natuurlijk maak ik hier ook eerst wat reken- en teken-fouten, maar gelukkig was ik gelijk begonnen met teveel te maken dus uiteindelijk hou ik precies genoeg over om het in elkaar te zetten. De schermen passen goed, soms nog even de schaaf nodig. De hoekpunten van het frame lijm ik met secondenlijm, de zichtbare lijmresten steek ik weg zodat je er niks meer van ziet. De schermen druk ik er gewoon in. Die zitten niet gelijmd en ook nu na 3 maanden staat het er nog strak bij.

Japanse Kumiko lantaarn
 

Waar ik te laat over nagedacht heb, is dat ik er een waxine lichtje in wil. Dus ik lijm nog 2 smalle strookjes walnoot aan de binnenzijdes waarop een klein plankje met een uitsparing voor een waxine lichtje kan. In praktijk is dat eigenlijk te weinig licht, tenzij je in een echt donkere kamer zit. Maar uiteindelijk ben ik gewoon erg tevreden met het heerlijke werken en het resultaat!

Robert Zegwaart, februari 2020