Hart voor mens en hout

Opleidingscentrum De Schrijn in Langbroek

Sinds 1992 geven Michel Sadon en Erik Verkuil van De Schrijn uit Langbroek cursussen meubelmaken. Hoe is dat ooit ontstaan en waar ligt nu eigenlijk de focus: op hout of toch op de mensen die ermee werken? Een gesprek over ambacht, duurzaamheid en natuurlijk de mens.

Ooit rook het er naar varkens, nu is de oude varkensstal in het mooie Langbroek omgetoverd tot een grote houtwerkplaats. Om de lucht eruit te krijgen, werden de wanden schoongemaakt en ingewreven met rozemarijnolie. Van zowel de varkens als de rozemarijn is niets meer te ruiken: hout is nu de overheersende geur. Erik Verkuil en Michel Sadon, die hun opleidingscentrum De Schrijn gevestigd hebben in de voormalige schuur, leerden elkaar kennen op de meubelmakersvakschool (het HMC) in Amsterdam. Erik had daarvoor al een opleiding gedaan in de zorg en werkte als verpleegkundige. “Maar dat was het niet. Via via kwam ik toen in een houtwerkplaats terecht waar drugsverslaafden werkten. Vanaf dat moment wilde ik met mijn handen werken.” Ook Michel had er al een zoektocht langs verschillende opleidingen op zitten. “Toen kwam het meubelmaken op mijn pad. Tijdens de opleiding merkte ik: dit past bij mij.”

Missie

Erik had vanaf het moment dat hij aan zijn meubelmakersopleiding begon al het plan om voor zichzelf te beginnen. “En toen kwam Michel erbij.” Ze begonnen met meubels maken, maar al heel snel gaven ze in de weekenden cursussen. Erik, lachend: “Eigenlijk begon dat omdat we klanten wilden ‘opvoeden’: we wilden ze laten zien wat er allemaal komt kijken bij het maken
van een meubelstuk.” Hoewel er in de regio Langbroek best markt was voor handgemaakte meubels, werden de cursussen een prettige extra bron van inkomsten. En het werken met mensen bleek op deze manier toch ook weer heel erg leuk. Michel: “Tijdens cursussen heb je echt tijd om met elkaar iets mooi te schaven en af te werken. Die tijd neem je als meubelmaker meestal niet. Na een aantal jaren besloten we dan ook om helemaal de switch te maken naar het geven van cursussen.”
Erik: “Internet kwam op, de acquisitie werd gemakkelijker; we moesten op een gegeven moment wel kiezen. Je kan maar één ding goed doen.” Maar belangrijker dan een vaste bron van inkomsten was toch wel het werken met mensen en het verspreiden van de liefde voor het houtbewerkingsvak. “We kregen een missie”, zegt Erik.
 
Werkplaats in Langbroek

Balans

Een extra missie vonden de twee in het enthousiasmeren van jongeren voor het werken met hun handen en specifiek voor houtbewerking. Michel: “We hebben ook cursussen voor tien- tot twaalfjarigen en voor dertien- tot zeventienjarigen. We hopen daar al het vlammetje aan te wakkeren. Financieel is het minder interessant, maar we willen gewoon dat hier kinderen rondlopen.” Zo is een oud-cursist die met zijn vader meekwam, inmiddels een meubelmakersopleiding begonnen en zijn er meerdere kinderen die doorgaan met houtbewerkingscursussen. “We zien ook veel twintigers”, vertelt Erik. “Vaak mensen die een switch willen maken in hun werk.” “Deze mensen hebben hun plek nog niet helemaal gevonden”, vult Michel aan, “en kijken dan hier of ze helemaal iets anders willen gaan doen of alleen een goede hobby zoeken.” Erik: “Uiteindelijk switchen de meeste mensen niet, maar vinden ze hier wel de balans.” Dat dit veel mensen aanspreekt, blijkt wel uit de cijfers: wekelijks komen er zo’n tweehonderd leerlingen langs en het aantal docenten is inmiddels uitgebreid naar dertien.

Onder de knie

Is het meubelmaken misschien inmiddels een instrument geworden voor iets anders: het helpen van mensen met het vinden van een weg die bij ze past? “Het is inderdaad een gereedschap geworden”, zegt Erik. Michel: “Niet voor niets noemen we onszelf een gereedschatkist voor mens, hout en ambacht. Je leert jezelf hier kennen, niet alleen je gereedschappen.” Maar natuurlijk is er ook veel aandacht voor het ambacht en het goed gebruiken van beitel en schaaf. Michel: “Veel mensen zijn zoekend, ze weten niet precies hoe ze gereedschappen moeten gebruiken. Die willen het ambacht leren. Een filmpje werkt dan niet, want er moet echt iemand met je mee kijken. En dat kan hier.” De Schrijn geeft zowel korte workshops van bijvoorbeeld één zaterdag als lange opleidingen van één jaar. “We proberen mensen hier te leren denken met hun handen en vingers”, zegt Erik. “We hebben die aanleg allemaal, alleen ontwikkelen die niet. Iets leren heet niet voor niets ‘onder de knie krijgen’, je moet vaardigheden echt in je lijf krijgen. Natuurlijk heb je je verstand daarbij ook nodig. Maar die combinatie van hand, hoofd en hart, die missen we in de huidige maatschappij echt enorm.” Volgens beide mannen ligt daar het plezier voor het oprapen: als hand, hoofd en hart samenwerken. Het resultaat hoeft dan geen perfect meubel te zijn; het bezig zijn zelf zorgt voor de voldoening.
 

 

Overzicht lokaal beneden

Duurzaam van A tot Z

Maar terug naar het hout. Achter het cursusgebouw van De Schrijn prijkt sinds kort een mobiele zaag. Hiermee worden de veelal lokaal verkregen stammen tot planken gezaagd, om vervolgens te drogen in de eigen droogschuur. Erik: “Hiermee hebben we het hele proces in eigen huis.” Michel vult aan: “Het is ook heel leuk om zelf een boom open te zagen en te zien wat er tevoorschijn komt. Ook voor cursisten is dat heel mooi om mee te beginnen.” Tropisch hout komt er sowieso niet in, zo veel mogelijk hout komt uit Nederland en anders uit West-Europa. En een proces dat duurzaam begint, moet ook duurzaam afgemaakt worden: “Voor het afwerken gebruiken wij alleen olie en was, omdat dat volgens ons het meeste recht doet aan het hout”, zegt Michel. De zorg voor de aarde is tenslotte ook terug te vinden in de zonnepanelen op het dak en de
verwarming op tot briketten geperste houtkrullen.

Uitwisseling

In de ruim dertig jaar dat Erik en Michel samen De Schrijn runnen, hebben ze zelf ook veel geleerd. “Als jonge mensen wilden we echt iets neerzetten, nu is het groter geworden dan wij”, zegt Michel. “We zijn veel meer dienstbaar aan het bedrijf”, vult Erik aan. Michel: “We laten iets achter, maar halen hier zelf ook dingen van onze leerlingen. Het is een uitwisselingsplek geworden.” Toch zijn er nog ambities: binnenkort openen Erik en Michel samen met een van hun docenten een tweede locatie in Utrecht. De eerste cursussen daar zitten al bijna vol. En ook bij Baptist zijn de docenten van De Schrijn regelmatig te vinden voor een workshop. Een andere ambitie is een ‘balkengat’: een plek met stromend water waarin stammen worden verduurzaamd. Hout dat enkele jaren in een balkengat ligt, heeft zijn sappen omgewisseld voor water. Dit maakt het hout makkelijker te bewerken, duurzamer en – verrassend wellicht– het droogt sneller. De meeste balkengaten in Nederland zijn verdwenen, maar Erik en Michel hopen binnenkort gebruik te kunnen maken van een bestaand gat in Wijk bij Duurstede.

Menselijke maat

Zo proberen Erik en Michel op hun eigen manier goed te doen. Kleinschalig, maar daarom niet minder lovenswaardig. Het levert niet alleen een duurzame onderneming op in de breedste zin, maar ook langdurige en duurzame relaties met hun leerlingen. Michel: “We hadden best tien filialen kunnen hebben, maar dan verdwijnt de menselijke maat. Zo voelt het goed.”
 
Tekst: Margriet Brus
Beeld: Ivo Hutten
Magazine: NOEST nr. 2 maart 2023

 

Praktijkopleiding tot meubelmaker