Meubelmakers groeien door naar docentenvak

In de leer bij meestermeubelmakers

Timmeren in het schuurtje. Figuurzagen op school. Een gereedschapskist bovenaan het verlanglijstje. Vroeger was dat voor kinderen heel gewoon. Tegenwoordig kiest een jongere niet snel voor een ambachtelijk beroep. Maar na tien jaar op kantoor willen steeds meer hogeropgeleiden ‘iets met hun handen doen’. Een gegeven waar meubelmakerij De Schrijn uit Langbroek slim op inspeelt.

Meubelmakers groeien door naar het docentenvak

Verscholen achter een boerderij aan de Langbroekerdijk, ligt een sfeervolle oude kapschuur. De bijbehorende parkeerplaats staat vol gezinsauto’s, leasebakken en een enkele bouwbus. Binnen heeft een groep van acht cursisten zich verzameld voor een les meubelvormgeving. In veertig dagen, verspreid over een jaar, leren zij zelfstandig meubels te maken van massief hout. Het is slechts één van de vele cursusmogelijkheden die wekelijks zo’n honderd mensen naar de Utrechtse meubelwerkplaats trekt. Voor de één is het hobbymatig, een ander ziet het als omscholing voor een leven na kantoor.

Thuiskomen

Het meubelmakersvak was voor eigenaren Erik Verkuil en Michel Sadon ook niet hun eerste keuze. Verkuil was tot zijn dertigste werkzaam in de gehandicaptenzorg en Sadon probeerde na de havo een paar opleidingen uit, totdat hij op 21-jarige leeftijd het Amsterdamse Hout- en Meubileringscollege ontdekte. Voor beiden gaf het ambacht een gevoel van ‘thuiskomen’. Verkuil: “Iets tastbaars met je handen maken geeft zoveel meer voldoening dan werken met je hoofd. Daarbij komt dat meubelmaker in die tijd nog geen vrij beroep was, dus moest je nog je ondernemersdiploma halen. Ik heb altijd een ondernemersgeest gehad, dus het sprak me direct aan.”

Klantenkring opvoeden

Hoewel ze niet in hetzelfde leerjaar zaten, leerden Verkuil en Sadon elkaar op het HMC kennen. “Ik was een jaar na Erik klaar met de studie en ging toen met hem samenwerken”, blikt Sadon terug. “We maakten eenmalige meubels, kunststukjes soms. Zoveel mogelijk ambachtelijk handwerk van massief hout.” Verkuil knikt: “Dat is arbeidsintensief en dus duur. Nou is deze regio wel iets meer vermogend dan gemiddeld, maar men is toch gewend aan Ikea-prijzen. Terwijl mensen, als ze inzicht krijgen in hoe een ambachtelijk meubel gemaakt wordt, wel begrijpen waarom er een hoger prijskaartje aan hangt. Daarom besloten we mensen ‘op te voeden’ door eigenlijk van het begin af aan cursussen aan te bieden. Hiermee creëerden we eigenlijk een nieuwe, vaste klantenkring.”

Houtliefhebbers

De cursussen van Verkuil en Sadon sloegen meteen aan. Doordeweeks maakten de mannen meubels en op vrijdagavond en zaterdag overspoelden houtliefhebbers hun werkplaats. Met het groeien van de cursusgroepen en het aantal cursusdagen, ging het werk in opdracht er echter onder lijden. Verkuil: “Op gegeven moment gaven we vrijwel iedere dag les en moesten we ’s avonds als een gek de werkplaats fatsoeneren om nog ons eigen werk in opdracht te kunnen maken. Dat was geen doen.” De mannen besloten zich daarom voortaan alleen nog op het doceren te storten.

Van hobby naar jaaropleiding

“Het begon met korte modules, meer bedoeld als hobby in de avonduren”, vertelt Sadon. “Al snel ontwikkelden we ook een praktisch leerjaar meubelmaken, waarmee cursisten zelfstandig meubels leren maken. We merken echt dat mensen blijven plakken en module na module doen. Zo zijn er hobbyisten die al twaalfenhalf jaar iedere vrijdagavond hier in de werkplaats komen klussen. Daarnaast is het veel tweedekeusonderwijs, zoals wij dat noemen. Mensen uit de zorgsector, die weliswaar met mensen, maar niet echt met de handen werken. Of ict’ers die de hele dag abstract bezig zijn op de computer en daarnaast dolgraag eens iets tastbaars en concreets met hun handen willen maken. Tegelijk zien we ook klussenondernemers die zich bij ons melden omdat ze naast een dakkapel ook een kast of meubel aan de klant willen aanbieden.”

Masterclass

Verkuil en Sadon hebben zich in de loop der jaren ontwikkeld van meubelmakers naar managers en worden bijgestaan door een team van negen docenten. “Allemaal meubelmakers die naast hun eigen werk een paar uur in de week cursus geven”, vertelt Sadon. “Overigens geven we zelf ook nog een aantal lessen per week, om voeling te houden met de wensen van onze cursisten. Zo ontdekten we dat er behoefte is aan verdieping van de jaaropleiding. In januari gaan we daarom starten met een masterclass. Een jaar waarin de cursisten nog meer gaan maken en nog meer leren ondernemen. Waar het basisjaar echt op het ambachtelijk werk gericht is, wordt in de masterclass geleerd om te werken met moderne technieken, materialen en machines. Hierna kunnen ze echt naar buiten, het werkveld in. Want ondanks de crisis en het verdwijnen van de oude ambachten zijn er nog steeds mensen die het aandurven om de switch naar meubelmaker te maken.”

Augustus 2013 Marlous Brand

Krul Magazine voor leden van FNV Bouw

Foto Ton Borsboom

Praktijkopleiding tot meubelmaker