In 2006 is bij Peter Pothoven het Japan-virus toegeslagen. In dat jaar kwam hij voor het eerst in de Theetuin van Japans cultureel centrum Shofukan in Rotterdam en raakte onder de indruk van het traditionele houtwerk van de toegangspoort.
Na zijn ontmoeting met de Japanse manier van houtbewerken, heeft Peter er, de afgelopen jaren, veel over gelezen en geprobeerd zelf werk te maken in deze stijl. Al doende kreeg hij respect voor Japans gereedschap, dat net iets anders werkt dan wij in het Westen gewend zijn, en voor de complexe verbindingen die gebruikt worden in de Japanse houtbouw.
Door de jaren heen groeide in hem het idee voor een reis naar het land van zijn fascinatie. Zestien dagen alleen nog maar oog hebben voor hout en houtverbindingen en in 2019 was het eindelijk zover. Een reis langs zoveel mogelijk houten gebouwen, tempels, schrijnen, poorten enzovoorts. Gewoon om het allemaal een keer te voelen en mee te maken. Peter is met de KLM naar Osaka gevlogen. Verder heeft hij alles bereisd met de bus en de trein.
In Osaka, de op één na grootste stad van Japan, heeft Peter een gebouwenroute gevolgd. Als afsluiting van zijn reis is hij 4 dagen in Kyoto geweest. In Kyoto, de stad van de tempels, heeft hij onder andere een workshop gevolgd bij een traditionele timmerman.
In Osaka staat het 58 meter hoge Osaka Castle dat tussen 1583 en 1586 werd gebouwd in opdracht van Toyotomi Hideyoshi, een feodale krijgsheer.
Door de slijtage van de vele bezoekers zijn delen van het gebouw vervangen door beton, zoals onder andere het trappenhuis. In een staander van de Osaka-Castle toegangspoort heeft Peter zijn eerste echte Japanse houtverbinding gezien, een kanawa-tsugi.
De volgende dag is hij doorgetrokken naar Matsue, de hoofdstad van de prefectuur Shimane. Matsue was voor hem een voltreffer qua houtbouw en de oudheid.
In elk historisch gebouw in Japan, is het de gewoonte om je schoenen uit te doen en op je sokken verder te lopen. Zodoende wordt er minder schade aan het gebouw toegebracht. Japan is overigens veel schoner en netter dan wij gewend zijn. Op kousevoeten heeft Peter het kasteel van Matsue bezocht, dat ook het zwarte kasteel wordt genoemd. Matsue Castle is een nog originele staat verkerend kasteel, dat tussen 1607 tot 1611 gebouwd werd door de lokale heerser Horio Yoshiharu.
Het Japanse woord voor timmerman is Daiku, er worden 3 soorten timmerlieden onderscheiden. Eén voor de bouw van tempels, de miya-Daiku, één voor de bouw van heiligdommen(de schrijnen) en één voor de bouw van huizen, de sukiya-Daiku. Wat een details en vaardigheden in de constructies. In elke plaats waar Peter kwam was er heel veel te zien en heeft hij vele foto’s gemaakt.
De uitleg over de bouw is netjes en respectvol en in de kastelen en tempels wordt veel respect betoond voor de Daiku, die het gebouw gemaakt heeft. Zo zijn de initialen van de Daiku op de balken aangebracht, die nog goed zichtbaar zijn. In het westen zijn we dit niet gewend, zo is de naam van de molenbouwer nergens in de molen terug te vinden.
In Japan zijn niet veel boeken te vinden over het leren bewerken van hout. Men werkt er nog via het ‘Meester-Leerling-Gezel’ principe. Alles wordt geleerd in de praktijk van een leermeester. Zo worden er nog steeds kastelen van de grond af aan herbouwd om de bouwkennis te behouden. Het Ōzu Castle, oorspronkelijk gebouwd in 1331 en vele keren verwoest, is in 2004 in dit kader geheel opnieuw herbouwd.
Tijdens zijn reis heeft Peter kennis gemaakt met directeur Miki Inada van aannemerij Chiba Komuten. Dit bedrijf bouwt houten huizen en gebouwen. Het was een bijzondere kennismaking, want deze bouwer heeft het Japanse Theehuis in het Naturalis te Leiden gemaakt. Peter heeft de timmerlieden die het Theehuis in Nederland hebben geplaatst de hand geschut, een waardevolle uitnodiging via Shofukan in Rotterdam. Op een goed moment heeft Peter op de plek gestaan waar het Theehuis in Japan is gemaakt en dat in Nederland is voltooid.
In Kyoto zijn veel tempels te vinden, het is echt een oude stad. Het heeft mooie oude gedeeltes en sommige gedeeltes zijn echt stads. Peter heeft daar een houtbewerkingscursus gevolgd. Omdat hij al ervaring had opgedaan bij De Schrijn, viel het qua nieuwheid een beetje tegen. Maar het slijpen van een beitel door vakman blijft altijd prachtig om te zien.
Een van de laatste dagen, op souvenierjacht, liep hij in Teramachi, Kyoto tegen een ware ‘snoep’ winkel aan. Een winkel vol met Japans houtbewerkingsgereedschap. Hier vond hij ook de man die voor hem in het Japans opschreef hoe hij in een boekwinkel naar ‘boeken over hout’ kon vragen. Dit stukje papier heeft Peter vele keren gebruikt en het werd hem een dierbaar bezit.
In Tsuwano, aan het begin van zijn reis, maakte Peter een bijzondere gebeurtenis mee. Lopend door de achteraf straten kwam hij een hele mooie tempel tegen en daar heeft hij heerlijk in de zon gezeten en de details van de constructies bekeken. Enkele uren later ging hij verder en kwam hij langs een houtwerkplaats. Gewoon een open deur en een ruimte met een vandikteschaafmachine en een zaagtafel.
Terwijl Peter nieuwsgierig bleef kijken kwam de timmerman langs schuifelen. Hij bleek 87 jaar oud. Op zijn telefoon liet Peter aan de timmerman zijn eigen “daiku-dingen” zien. Het wederzijdse gevoel voor hout was er direct en de Daiku heeft Peter veel laten zien. Een bijzonder moment was toen Peter mee mocht lopen naar het huis van de Daiku. Daar toonde de hij vele kleine doosjes en Peter heeft er één van hem gekregen. Die dag kon niet meer stuk en trots ging hij verder met het doosje. Een hele bijzondere ervaring, eigenlijk net als de hele reis.
Erik Verkuil, februari 2020